Log in

Op zoek naar een cursus?

Gebruik dan de cursuszoeker.

Zoek je cursus

Maak hier je keuze

Flexband Jong, 10-15 Accordeonensemble alle niveaus, 14+ Harpensemble gevorderden, 12+ Flexband beginners, 21+ Saxofoonensemble gevorderden, 12+ Klarinetensemble gevorderden, 14+

Mogelijkheden

Type Groepsles
Leeftijd 10-15
Docent Liesbeth Vernout, Klaske de Haan, Wietse Voermans

Locaties

Eemhuis
Woensdag
Avond
Vrijdag
Avond

Prijs

Kind
vanaf € 207,50 (35 lessen)
Jongeren
vanaf € 207,50 (35 lessen)

Bekijk alle mogelijkheden

Flexband Jong, 10-15

Voor beginnende jonge muzikanten die het plezier van samenspel willen ontdekken.

Bij de Flexband Jong speel je samen met andere beginnende muzikanten. Ontdek het plezier van samen muziek maken. De Flexband Jong is, naast blazers en slagwerkers, ook toegankelijk voor accordeon, elektrische gitaar en basgitaar. Dus begin je net als muzikant en vind je samenspelen best spannend, dan ben je welkom om in de Flexband Jong mee te spelen.

Hoe zet je gelijk in? Hoe leer je luisteren naar elkaar? En improvisatie wordt aangemoedigd! In dit laagdrempelige ensemble leer je de basisbeginselen van het samenspel. Er is ruimte voor spelers van elk niveau, met veel of weinig ervaring.

We spelen popliedjes, filmmuziek en muziek uit computergames. Er is ruimte voor eigen inbreng, leerwensen en ideeën. Het jaarprogramma wordt afgestemd op de groepssamenstelling en we werken toe naar een leuke kleine presentatie  

Wat moet ik zelf meenemen?
Je eigen (huur)instrument.

Welk materiaal zit bij de prijs inbegrepen?
Les- en oefenmateriaal.


Onderdeel van het samenspelabonnement

Samenspellessen zijn gratis bij een jaarcursus muziek individueel bij de Muziekschool. Heeft jouw kind les bij een andere muziekschool in Amersfoort, Soest of Leusden? Dan is in veel gevallen deze les ook gratis. Neem contact op met de klantenservice

Onze docenten

Liesbeth Vernout

Meer info

Liesbeth Vernout

‘Als leerlingen een beetje verliefd worden op de trompet…’

Achtergrond
• Liesbeth studeerde Muziekwetenschappen in Utrecht; had een eigen muziekuitgeverij, en besloot pas daarna professioneel verder te gaan met de trompet. Ze behaalde haar diploma docerend musicus in 2004 en studeerde HaFa-directie aan het Artez conservatorium Arnhem.   
• Liesbeth geeft sinds 2004 trompetles bij Scholen in de Kunst.
• Ze dirigeert daarnaast onder meer het Kei Stedelijk Opleidingsorkest. 

Als docent
‘De leerling en ik hebben allebei iets met de trompet, die gemeenschappelijkheid is mijn uitgangspunt. Vervolgens zie ik mijzelf als iemand die het leren beheersen van het instrument begeleidt, coacht. Daar is geen specifieke manier voor. De weg hangt af van de leerling, wat zoekt een leerling? Wat vindt hij? En wat brengt hij zelf in? Ik richt me op de zelfstandigheid van leerlingen, ongeacht of ze ‘goed’ zijn in trompetspelen of niet - ik wil dat ze het gevoel krijgen iets te beheersen en dat ze daarvan kunnen genieten. Het verschil tussen de leerlingen maakt lesgeven juist zo boeiend.’ 

Ruimte geven
‘Meestal begin ik bij kinderen met lekker uit het hoofd spelen. Maar als ze meteen nieuwsgierig zijn naar de nootjes, beginnen we daarmee. Vervolgens wil ik leerlingen vooral de ruimte geven dingen te doen die niet per se in ‘het boekje’ staan. Uiteraard is het bijbrengen van de basistechniek van het trompet spelen het essentiële onderdeel van het speel-leerproces. Maar het is zo mooi als iemand komt met iets wat ik niet verwacht, of zegt: “Kijk eens wat ik kan op de trompet!” Dan weet ik: daar ga ik op aansluiten! Vervolgens zijn er zoveel methodes waar we mee kunnen werken, ik kijk altijd wat past. Dat houdt kinderen gemotiveerd en enthousiast.’  

Oefenen
‘Ik geef aan wat leerlingen thuis kunnen oefenen, maar als ze terugkomen met wat anders - ook prima. Ik hoop dat ze doen wat mogelijk is, en vooral dat ze spelen vanuit eigen enthousiasme. Lukt dat niet, dan kan ik ze vaak helpen – samen met ouders kan ik de trukendoos opentrekken. Bijvoorbeeld een roostertje maken, dat vinden vooral pubers fijn. Maar ook bij hen werkt eigen verantwoordelijkheid het beste, zelf de kick ervaren van mooi spelen. Ik spreek wel eens af dat we even helemaal niks thuis oefenen, alleen maar op les. Dan zegt de puber al snel: “Ik wil toch wel íets doen!” Als jongeren bang zijn trompetspelen niet te kunnen combineren met bijvoorbeeld de brugklas, stel ik ze gerust en werken we lekker op de les en dan komt het oefenen ook weer. Voor leerlingen uit de HaFa-wereld die zelf graag een examen willen doen, of leerlingen die naar concoursen gaan maak ik afspraken over wat er van ze gevraagd wordt.’  

Samenspelen
‘Ik kom zelf uit de uit de wereld van de harmonie en fanfare, en in mijn studententijd speelde ik in symfonieorkesten. Met die achtergrond stimuleer ik het samenspelen graag, vaak is het sociale aspect heel motiverend. Bij de leerlingen die van de harmonie en fanfare komen, gaat dat vanzelf. Er zijn ook kinderen die liever alleen, puur met hun instrument bezig willen zijn. Het kan hen helpen in het dagelijks leven: leren doorzetten, of als afleiding, of gewoon omdat ze het fijn vinden om te doen.’  

Geluksmomentjes…
‘Er zijn zoveel dingen waar ik blij van word! Het enthousiasme van de kinderen; als leerlingen vrolijk de deur uitgaan; als ze met iets onverwachts komen. Of als ik zie dat leerlingen een beetje verliefd worden op de trompet.’  


Klaske de Haan

Meer info

Klaske de Haan

‘Bij mij leer je musiceren van binnenuit’

Hoe zou je jezelf willen omschrijven als docent?

‘Docent zijn betekent voor mij cursisten helpen muzikant te worden. Bij mij draait alles om speelplezier en positief leren. Ik laat cursisten graag zelf ontdekken. Zo worden het zelfstandige musici. Ik wil mensen graag helpen en vraag tijdens de les vaak wat ik kan doen om de ander verder te brengen. Mijn dag is goed als de leerling blij de les uit gaat.’

Je hebt een eigen lesmethode ontwikkeld, vertel!

‘Als docent zocht ik naar een manier hoe je het beste de hoorn kunt leren bespelen. Die kennis vond ik tijdens de master muziekeducatie volgens Kodály, die uitgaat van auditief leren. Dat loste bij mij zoveel dingen op bij het hoorn spelen. Alles viel op z’n plek: zo had ik het ook willen leren. Daarna heb ik die aanpak vertaald naar mijn eigen hoornmethodiek voor beginnende leerlingen, waarin ze spelenderwijs een innerlijke klankvoorstelling voor de natuurtonen ontwikkelen. Het mooie is dat technisch het instrument leren bespelen en musiceren zo samenkomen.’

Kun je vertellen hoe jij lesgeeft?

‘Voor mij is het belangrijk dat cursisten kunnen experimenteren en dingen kunnen uitproberen. Iemand die musiceert wil iets vertellen met zijn instrument aan de luisteraar. Dat leer je niet uit boekjes of door eindeloos noten te leren en toonladders te oefenen. Ik heb ontdekt dat het gaat om musiceren van binnenuit, wat wil zeggen dat je speels en met je gevoel het instrument volgt.’

Wat betekent dat musiceren van binnenuit?

‘In de les betekent dit dat ik samen met jongere leerlingen veel zing en ik ook luistervragen stel, zodat ze hun zogeheten ‘binnenoor’ ontwikkelen. We lopen door de ruimte, dansen, springen en doen muzikale spelletjes. Allemaal in een sfeer waarbij ze zich op hun gemak voelen. Naast opdrachten geven, ga ik graag in dialoog met de leerling. Zo ontdekken ze hun eigen ideeën en creativiteit. De leerling staat centraal; ik kijk echt naar wat iemand nodig heeft. Geen enkele les is hetzelfde, dat houdt het gevarieerd en interessant en past goed bij de tijdgeest.’

Wat vind je belangrijk dat ze leren?

‘Ik vind het belangrijk dat cursisten heel breed worden opgeleid. Je wordt muzikant en dat doe je niet door alleen de techniek aan te leren. Het gaat om innerlijke klankvoorstelling, om zelf leren voelen en ervaren. Het effect hiervan is dat leerlingen de lessen leuk blijven vinden. Als je vanuit je gevoel speelt, ontstaat er vanzelf iets nieuws. Ze leren om zelf betekenis te geven aan hun muziek, maken eigen muzikale keuzes en kunnen zich daardoor muzikaal uitdrukken op hun instrument.’

Wist je dit al over Klaske?

Klaske heeft twee jonge golden retrievers, waar ze veel mee speelt, wandelt en die ze traint.

Achtergrond

Klaske de Haan viel als 5-jarige al voor de hoorn als instrument, toen ze de fanfare voorbij zag komen. Na enkele jaren trompet begon ze als 12-jarige met hoorn spelen. Het warme geluid past bij haar. Ze studeerde hoorn aan de conservatoria van Groningen, Den Haag en Tilburg. En specialiseerde zich daarna in muziekeducatie en pedagogiek. Ze haalde vervolgens de Master Music Education according to the Kodály concept. Als hoornist werkte ze samen met diverse orkesten, waaronder het Residentie Orkest, het Radio Kamerorkest, het Nederlands Philharmonisch orkest, het Rotterdams Philharmonisch orkest en het Balletorkest. Ook speelde ze in diverse kamermuziekensembles.


Wietse Voermans

Meer info

Wietse Voermans

‘Bij iedereen klinkt de saxofoon weer anders’

Hoe wil je jezelf als docent omschrijven?

“Ik hou ervan om kinderen en volwassenen het plezier van muziek maken bij te brengen. Dat doe ik door een vertrouwde sfeer te creëren, zodat zelfs de meest verlegen cursisten dit instrument ontdekken. Het gaat echt om hun nieuwsgierigheid verder aan te wakkeren. Het mooie van de saxofoon is dat die zoveel verschillende tonen laat horen en dat het bij iedereen toch weer een beetje anders klinkt – en natuurlijk dat die goudkleurig is!”

Kun je iets vertellen over je aanpak in de les?

“Zelf was ik best verlegen en onzeker als kind, ik merkte toen al snel dat ik niet gedijde bij heel strenge docenten. Zo’n stevige aanpak past ook niet bij mij. Juist met kleine stapjes en positieve feedback bereik je meer. Voor mij is het altijd superfijn om te merken dat iemand ineens een stukje kan meespelen van een liedje. Dat stimuleert en motiveert.”

Heb je zelf een voorkeur in muziekstijlen?

“Ik hou van heel veel verschillende stijlen, van avant-garde tot traditionele jazz. Verder speel ik graag experimentele muziek: dan onderzoek ik alle geluiden die de saxofoon kan maken. Dat levert bijzondere tonen op. Wanneer ik muziek componeer rek ik alle stijlen een beetje op. Al leer ik dat soort vreemde muziekstukken natuurlijk niet aan mijn leerlingen; ik vraag juist wat ze zelf graag willen spelen en zoek daar dan muziekstukken bij.”

Experimenteer je in de lessen ook veel?

“Nee, absoluut niet zelfs. Ik merk dat je bij het aanleren juist bepaalde kaders, zoals muziekboeken, nodig hebt. Goede technieken zijn ook van belang. En ik besteed veel aandacht aan hoe cursisten een plan kunnen maken om thuis te oefenen: hoe ze er tijd voor vrij maken en hoe ze met veel variatie en kleine stukjes spelen mooie vorderingen kunnen maken. Als ze dan terugkomen in de les en ineens beter spelen, maakt me dat heel blij.”

Werk je ook toe naar een bepaald optreden?

“Het fijne van de muzieklessen bij Scholen in de Kunst is de mogelijkheid tot veel samenspel. Dat faciliteren niet veel muziekscholen. Ik weet zelf hoe belangrijk het is om naast lessen op te treden in een band of een orkest. Daar leer je veel van en het geeft uiteraard veel plezier, ook samen met andere leeftijdsgenoten.”

Wist je dit al over Wietse?

Wietse schrijft graag korte verhalen en gedichten. Hij probeert elke dag iets te schrijven en maakt daar dan een kleine tekening bij.

Over Wietse Voermans

Wietse Voermans geeft saxofoonles aan kinderen en volwassenen en speelt daarnaast zelf in verschillende ensembles. Hij is tevens componist en improvisator en staat bekend om zijn unieke (jazz)sound en (improvisatie)stijl. Hij componeert muziek voor film, kunst, theater en andere ensembles. Wietse studeerde saxofoon aan Codarts in Rotterdam en daarna aan het Ritmische Muziekconservatorium in Kopenhagen. In 2016 won hij de prijs voor Beste Solist bij de finale van de Erasmus Jazzprijs met Quartzite 4tet.


Toon meer docenten